periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
6-5-1926
VG-pagina:
774
Stille genegenheden tusschen ons, Ze zijn in weinig woorden uitgeschreven. Uw tengre polsen hebben hun gebons Voor eeuwig in mijn ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
6-5-1926
VG-pagina:
775
Het is de bloeimaand, 't geurende getij. De weiden pronken; in de hemellanen Krioelt 't van feestelijke karavanen: Wolken en ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
6-5-1926
VG-pagina:
776
O dit herdenken, dit rampzalig zijn! Ik ben zoo moede van de geur der rozen. En langs de muren geuren ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
6-5-1926
VG-pagina:
777
Gebroken, gebroken is uw schoone Lichaam, en weenend neergeleid. O dood, wat is er veel geschreid Om deze prille anemone ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
6-5-1926
VG-pagina:
778
Nu moet ik weenen in duisternissen. 't Is nacht geworden en het blijft nacht. Missen schakelt aan lànger missen. Wacht ...
verder lezen