Mijn handen lagen op uw zachte haren, Als op het rad de zaalge martelaren, Zoo smartelijk en glanzende verbleekt, En rustig of zij reeds gestorven waren.
Categorie: De Rozenhof
Of ‘k wakker aan Uw ijzren greep ontkom
Of ‘k wakker aan Uw ij zren greep ontkom, Gij weet wel, dat ‘k voor U in droomen krom. Wat mij des daags door U wordt kwijtgescholden. Betaal ik ’s nachts met woekers hoogen som.
Bewaar mij voor den waanzin van het recht
Bewaar mij voor de waanzin van het recht, De sluwe waarheid van de letterknecht. Hij is de wilde haver op de akker, Van buiten glanzend en van binnen slecht.
Gij zijt de Zon, en ik de regenwolk
Gij zijt de Zon, en ik de regenwolk, Licht naar Uw licht en donker voor het volk. Uw lachen laat mijn zachte glimlach glanzen. Zwart schaduw ‘k in huns harten zwarte kolk.
Als Gij de schelp mijns levens opensteekt
Als Gij de schelp mijns levens opensteekt, Op zoek naar schat dit broze lichaam breekt, Zie, ’t scherpe leed dat Gij liet binnendringen, Heb ik met zorg tot parel opgekweekt.