periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
11-10-1936
VG-pagina:
1306
Men vindt het logboek en men volgt het spoor.Maar waardeloos werd wat is opgeteekend,Want hoe men lengte en breedte overrekent,Het ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
4-11-1936
VG-pagina:
1275
Wie kan dit hongeren verdragen En blijven blijde en welgemoed? O Minne, uw goddelijke vlagen Zijn zaliger hoe meer gij ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
14-9-1936
VG-pagina:
1291
Zij is zeer rijzig in haar lange Avondjapon van witte zijde. In haar aschmatte haren vangen Drie edelsteenenrozen wijde Lichtgolven ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
29-9-1932
VG-pagina:
1307
O kunstenaar, die onbekommerd Uw wezen aan de wereld toont, Waar zonneluwte heerscht of 't lommert, In zelfgeschapen woning woont; ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
5-3-1935
VG-pagina:
1276
Eerst toen hij dood was, en men hem vergat, Begon het wonder; kindren hoorden fluistren Boven zijn graf als het ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
29-10-1936
VG-pagina:
1292
De kleine gitten speld in haar coiffure, Die zeer eenvoudig is en zeer correct, Maakt dat haar witte hoofd sensatie ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
10-1-1931
VG-pagina:
1308
Hier is zij opgegroeid en groot Geworden, voor het smalle raam. Zij heeft geen afkomst en geen naam. Zij is ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
14-10-1936
VG-pagina:
1277
Hij was de eerste jolige christen. Hij ging met zijn hof psalmzingend ter jacht, Had maling aan protestant en papisten, ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
14-10-1936
VG-pagina:
1293
Een kleine schemerlamp is aangestoken. Een boek ligt open, en een cigaret Is als een smalle witte knop ontloken. De ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
24-9-1932
VG-pagina:
1309
O peer, o gulden flessche Vol sap, versneeuwde gloed, Doorhonigd moes van bessen, Schuim van jong druivenbloed. O koelgestelde spijze! ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
11-10-1936
VG-pagina:
1278
Hij werd bezocht door duivelen en spoken. Afschuwlijker dan in de diepzee Ieeft Is het gebroed dat om hem zwemt ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
12-8-1936
VG-pagina:
1294
Hij is van boerelijke bloede. Zijn vorm, zijn inhoud en gewicht Verscheen reeds menigmaal in ’t licht, Want reeds voor ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
9-1-1932
VG-pagina:
1310
Wat zeggen afkomst ons en namen? Is een goed hart niet goed genoeg? De bloedsdwang bindt weldadig samen De velen, ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
20-10-1936
VG-pagina:
1279
Haar witgeschoeide voetjes zijn zoo klein, Dat ze in een flinke mannenhand verdwijnen. Ze gllmIacht zoetjes, maar het is niet ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
14-8-1936
VG-pagina:
1295
Zie, hoe zij met haar rokken zwaait, De breede handen staan naar grijpen. Reeds voor zij duidelijk gaat rijpen, Weet ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
11-1-1932
VG-pagina:
1311
Uw donkerroode vanen Vervoeren ons als wijn. O Heer van bloed en tranen, Onze moed is klein. Uw pureren oriflammen ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
5-1-1931
VG-pagina:
1264
Er leven velen in hem, maar zij sluimren. Hij mag hen niet ontwekken, en hij wacht Of geen zich wakker ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
16-10-1936
VG-pagina:
1265
Hij was en bleei een drift gebonden boer, Die zingen kon zoodat het klooster dreunde, 's Avonds sloeg hij verwoed ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
16-10-1936
VG-pagina:
1266
Hij met de doodskop en fanatisch boos Van baard en ogen, kon geluk ontberen. Waarom de Souvereiniteit des Heeren Juist ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
11-10-1936
VG-pagina:
1267
Zij waren hard, en sloegen op het Boek, Wanneer de superstitie der papisten Hen driftig maakte; en wee den ongodisten ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
22-10-1936
VG-pagina:
1268
Niemand spreekt meer van koksianen; Van fijnen en motregen weet men wèI. De glans van een scheldwoord gaat gauw tanen, ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
14-10-1936
VG-pagina:
1269
Het is een langzaam stijgen in het niet, Een in het ondoorgrondelijke verzinken; Het is gebonden in een zak verdrinken, ...
verder lezen