Kruissonnetten I ’t Hout waggelt òp; Hij slingert mede II Naast Hem, een moordenaar, van pijn III O vrouwe, die’s onschuldig lijden IV Dit durft de hemel niet aanschouwen V Hij dorst; Hij is versmacht voor ons VI Het leed leeft uit; Gij hebt Uw kracht VII Uw laatste woord was tot den Vader