Omar Khayyam

  • ’t Is dwaas in vruchtlooze afgunst te verzinken
  • ’t Zijn ezels die uit sleur’t gebedskleed spreiden
  • Als in mijn hart de zonde tiers en schreit
  • Bedenk den korten duur van werelds tijd
  • Behaalt gij roem, gij zult eerzuchtig heeten
  • Bestendig blijf in wisselvalligheid
  • Daar zullen eens al de beminden zijn
  • De maan doorvaart het donker van den nacht
  • De ontdekkers, waar geen raadsels voor bestaan
  • De waarheidzoeker twijfelt meer of minder
  • De wereld is een tooverlampion
  • Den zwijgzamen geldt dit geheim gefluister
  • Die ’t leven kept, zoo kronkelig en krom
  • Die, wars van ’t goede, leeft van slechte streken
  • Duld geen beschimpen! Wat u hier verdriet
  • Een dwaze alleen zegt: ‘k wil ! en: ik wil niet !
  • Een ieder hart, of het verbonden zij
  • Een steep, die diep in de aarde moet vernachten
  • Een wijnnap leek de hemel mij bij tijden
  • Gedachten kwellen, ’t hart jaagt, de ooren klinken
  • Geen enklen dag ben ik van wanen vrij
  • Geen goedbegonnen dag wou gunstig enden
  • Geen middel baat, niets brengt me U naderbij
  • Geen nacht, dat ik ’t verwoelde bed niet liet
  • Geen zoete slok is hier door ons gedronken
  • Gij drukt Uw keur ons in of ’t merk der schande
  • Gij weet het, werelds list is sterk en fijn
  • Gij wordt geboren: het bekommert geen
  • Ginds moogt gij eenmaal alle harten minnen
  • Had men ’t vanwaar en het waarom vernomen
  • Heb geen bekommering om aardsche zaken
  • Het diepst geheim is voor Hem naakt en klaar
  • Het leven scheppend, schiept Gij ook het sterven
  • Hij zaait in’t hart de heete netelpijn
  • Hij zelf trad gistren in dees aardsche kroeg
  • Hoelang bedwelmt u werelds zoete geur
  • Ik ben Uw slaaf, een maaksel Uwer hand
  • Ik ga mij graag aan purpren wijn te buiten
  • Ik heb niet twijflend heen en weer gezweefd
  • Ik heb nog niemand om zijn slaap gebracht
  • Ik raad u: neem het leven zooals ’t is
  • In ’t wijnglas is de geest vloeibaar en vluchtig
  • In dit aardsch huis, waar wij begoocheld wonen
  • In stomme smart naar U elks hart verteert
  • In vriendenkring drink ik den gouden wijn
  • jawel, in wijn en roes ik mij verloor
  • Kent gij de schijngestalten van den wijn?
  • Klokkend ontspoot de tulpenroode wijn
  • Klop zonder noodzaak niet op ieder deur
  • Maak licht den last waarmee ik ben beladen
  • Met mijn begeerten strijd ik; wat te doen?
  • Mijn doel is na, door dunne mist verborgen
  • Mijn eed was zwaar en vluchtig als mijn roes
  • Mijn jeugd verging met al ziijn prachtig blinken
  • Mijn vriend had heden met mij mededoogen
  • Naar waardigheid en titels streven zij
  • Nauw hebt ge uw plaats bezet aan aardes maal
  • Nog om de rozen uchtendnevel rift
  • Nooit drong men door tot waar de rozen stonden
  • O alles rekent Hij ons aan ten kwade
  • O arm hart, dat niet kan in vlammen staan
  • O Gij, wien aller heimwee hoopt te vinden
  • O hart, kom tot mij en vergeet uw treuren
  • O hemel, rein kristal, dat de oude schuld
  • O pottenbakker, die de rauwe klei
  • O roos, zoo edel als mijn liefs aanschijn
  • O, wilde God zóó onze wegen leiden
  • Ons barre leed aanschouwt de hemel stug
  • Open de poort, want Gij zijt de portier
  • Reik mij den kelk met vloeibare robijnen
  • Saâmliggend nacht op nacht ontvlood ons rust
  • Schatten vergaadren is een ijdel pogen
  • Schoon en afschuwelijk is hun gelijk
  • Slaap niet, want onderwijl vervliegt de tijd
  • Tegen den hemel mor ik nog altijd
  • Twee of drie geestelooze knechten
  • U zij een trouwe vreemde als bloedverwant
  • Uit dartlen lust grijp ik den beker niet
  • Uit valsche liefde schiet geen lichte straal
  • Uw maal? een korst van maaltijds overschot
  • Vanmorgen vond ‘k een grijsaard voor de kroeg
  • Vannacht aan ’t water met mijn lief genoot
  • Verhoogt mijn dienst den glans van ’t godlijk recht?
  • Verliefd en dronken zijn wij, groot en klein
  • Voor al begeerten sloot’k harts deuren toe
  • Voor U draag ik gewillig elke smaad
  • Vrees voor vernietiging is niets dan waan
  • Waarom zult gij een vroolijk hart doen weenen
  • Was ik beneveld voor een oogenblik?
  • Wat baat de wereld ons vertrek of komen?
  • Wees vroolijk, want wat baat het dat gij treurt
  • Wenke ons de hemel, dreig’ de hellenood
  • Werd mij dit toegestaan te zijn ontwrongen
  • Wiens oor de stilste zuchten kan verstaan
  • Wijn is verboden; drinkt gij toch? welaan
  • Wijn, brood, een boek in een woestijn
  • Zelfs hij, op wien we onwankelbaar vertrouwen
  • Zijn ziel en adem was doorgeurd van wijn
  • Zijt ge elken dag voor kruik en kroes bezweken
  • Zoolang mijn hart het leven blijft gespaard
  • Zwijg! onzen dood en angst kan niemand breken