Finis

Weinig zal er nog geschreven worden. Wat zal leven in toekomstige eeuwen? De trekvogels joegen langs met schreeuwen. In onze harten liet iets los en dorde. Over uwe oogen en de mijne Zijn eensklaps andere heemlen ontwaakt. De witte midag

Najaar

Onwezenlijk en los van tijd En wat hen bindt aan ’t aardsch bestaan, Achter den droom der sterflijkheid Gezwenkt, vangt voor den hof het wonder aan. Sinds gisteravond, toen ’t azuur Sluierde in paars en somber goud, En maan haar