periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
19-2-1928
VG-pagina:
786
Ik ben geen vader, en ik heb geen zoon. Niets dan een sage is zijn zacht bestaan. Toch groeide hij ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
1-3-1928
VG-pagina:
787
O droom, die in een slapeloozen nacht Verschenen zijt voor wakkre brandende oogen, Gij naamt uit mij vorm en bestaansvermogen ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
2-3-1928
VG-pagina:
788
Ook deze droom was schoon: ik zag u spelen; Een goede makker, werd ik u vertrouwder. Ik voelde 't hartlijk ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
3-3-1928
VG-pagina:
789
Ik vrees zijn spelen in de drukke straat, En zijn aanbidlijke onvoorzichtigheden. Ik ren hem na, en ben niet eer ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
3-3-1928
VG-pagina:
790
Wie durven deze weelden met mij deelen, Luchtspiegelingen eener eenzaamheid? Slechts die tot veel versterven zijn bereid Vermogen met den ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
2-3-1928
VG-pagina:
791
Ik draag als schuld dit groot verdriet, Dat ik u nergens weet te vinden, Dat ik u niet genoeg beminde, ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
1-3-1928
VG-pagina:
792
De wereld en de tijd zijn moede als wij, Seizoenen schuiven door elkaar en tanen, En ons schoon glimlachen en ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
1927
VG-pagina:
793
delen I, II en III I - De rouwtoorts II - De gedroomde zoon III - De zachte fluit (bij ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
7-5-1926
VG-pagina:
779
Het is aldoor dezelfde plof. Het dak is stuk, de droppen leken En overstorten zich te breken, En kloppen en ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
tussen 15 en 19 mei 1927
VG-pagina:
793
De knoppen der kastanjes kleven, De struiken schieten kreuklig uit, En ’t glimmend rijs, dat nog niet spruit, Staat met ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
7-5-1926
VG-pagina:
780
Maar dit is troost, wat is geweest, Kan niet vervluchtigen of sterven. Hoe ver wij aan elkaar ontzwerven, Elke afstand ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
794
De bloemen dringen om U samen: De rozen koninklijk en rein In roode zijde en wit satijn, Edel van stam ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
7-5-1926
VG-pagina:
781
God heeft u van mij afgeëist, En nu de tedere avond grijst, Buig ik, niet meer vermetel, Bij uwe lege ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
795
Nu is de lucht zoo teeder en groen Als 't ritselen der vroege lente. Knapen plantten hun blanke tenten In ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
7-5-1926
VG-pagina:
782
Men heeft mij iets heel liefs gegeven: Een rozentuil van regen zwaar. Wat heb ik tegen hen misdreven? Zoo lag ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
796
Uw handen lieten ‘t leven stuiven Gelijk een bloem het gulden meel. En kinderen ontloken, heel Zijig en roze als ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
7-5-1926
VG-pagina:
783
Wilt gij nog hooren dit blijden? De woorden vallen zwaar en stroef. Want dit verhaal is kort en droef: Wij ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
797
Gij hebt de geselende regen Gedreven door het dorrend lof. Tot vaste vloet ligt 't mulle stof Gebonden langs de ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
7-5-1926
VG-pagina:
784
Gij zijt nog nooit zóó teêr verschenen. Ik zie u treden uit den wand En kus uw toegestoken hand, Gij ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
798
Gezegend, die de rozen doet Onder Uw lach ontluiken Aan de verbolgen struiken In glans van sneeuw en bloed. Gezegend, ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
4-5-1926
VG-pagina:
785
Dit blijft altijd: dat mij uw oogen lichten Achter het zwerk dat u voor mij verbergt, Achter den nacht die ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
799
Wij gingen onze ziel belasten, O lam, toen wij uw leven eêl Vol dartelheid en lief gespeel, Niet hoedden voor ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
1928
VG-pagina:
Ik ben geen vader en ik hèb geen zoon. Niets dan een sage is zijn zacht bestaan. Toch groeide hij ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
idem
VG-pagina:
800
Ons is zoo wonderlijk te moede: Niets kan ons bloeien nu nog keeren. Want om ons is de glans des ...
verder lezen
periode bundel:
(1926-1928)
geschreven op:
1926
VG-pagina:
774
delen I, II en III I - De rouwtoorts II - De gedroomde zoon III - De zachte fluit ...
verder lezen