De gek

’t Is, of ‘k al verder van mijzelven dwaal. Ik zit in ’t middelpunt van een spiraal, Die uitzet als een wijde hoepelrok, En vastgemaakt aan een baleinestok, ‘k Word weggecirkeld, en ik lach mij krom, Ik draai vanzelven tot

De hulst

Hij is vol waardigheid de dorpsschoolmeester, Staat glanzend aan de rand der maatschappij, Betuttelt alles en hoort nergens bij, En is van komaf een gewone heester. Hij heeft zich dan maar prachtig opgewerkt! Daarom heeft hij zo’n stekelige glimlach. Hij

Het meisje

Egyptische grafschildering Zij is een nauw ontloken lotos, Maar veel hulplozer en droever. Zij is als een smalle boot, los Van de nog nabije oever. Zij is niets dan een kleine leegte In dit boordevol heelal, Want zij smachtte, maar