Er leefde in haar een heimelijke hoop, Dat zij nog eens een schoonen zoon zou baren, En toen haar man intrad met wilde haren, En nederviel en op zijn knieën kroop, En kuste, als een hond, haar rimpelhanden, En sprak,
Categorie: Nalezing X
Woorden
Men weet niet hoe dit is, dat woorden Toekomen en zij zijn bereid Om de geruchten die zij hoorden Daad te doen zijn en werklijkheid. Zij hebben zich stil volgezogen En zijn als vogels opgevlogen En rusten op het vers
Het album
Ik werd zeer treurig, toen ik hen bezag, Deze gedenkbladen van uw jong leven. Jeugd is ons slechts een oogenblik gegeven. Het is voorbij, er heerscht een andre dag. Toch hebben zij nog over mij gezag. Jeugd is zoo argeloos
Triestig
Ik denk: zo zal het later misschien zijn: Jij hebt een huisgezin, een vrouw en zonen, En ik zal nog als nu heel eenzaam wonen, En deze eenzaamheid is als een wijn Die men aan zieken schenkt om te versterken.
Litteratuur-geschiedenis
Wat in een tijdperk maakt een dichter? Als plotseling een door het slichte Gelijke hout breekt, en de ruimte zoekt, dwars door de christelijke gebeden vloekt, Maar in de avond is te vinden op de knieën Van stilte en schemering,
Nuttige raad
Ja, Pieterse en Jansen waren krukken, Bezaten nog geen luis om dood te drukken, En hoor nu eens hoe ver hun namen stinken En hoor hoe lekker hun rijksdaalders klinken. Ze zijn zooveel als eerste aandeelhouwers Der Maatschapp van Mars-
De brief van den doode
J.K. van Eerbeek † Soms vindt met in de straten van oud Rome Een sarcophaag, een doodkist, waar de buis Der waterleiding mondt als in een sluis, En waar de kinderen stil drinken komen. Zoo is het met je brief,
Voorjaarsverwachting
Wat zijn ze schoon, de schemerige dagen Die niet meer grijs en nog niet paarlemoer Zijn durven, alsof er een lichtschijn voer Door een groot ademen, dat met zijn vlagen Van ijle blankte langs ons henenstrijkt, En even staat en
Kinderland
Het is niet goed, dat men zijn kinderland Vergeet, maar ’t kan zoo ver zijn als de rijken Der voortijd, die luchtspiegelingen lijken Voor een groot donkeren. Is Trojes brand Niet grootsch en ijl tegen den hemelwand En komen de
Jeugdorganisaties
Ja, deze vruchten op hun eigen sap Zijn goed geweckt en zonder alcohol. Ze zien iets bleek en voos, maar zijn niet hol. Wie ’t lust, ga met een volle flesch op stap. Ja, deze vruchten zijn bizonder zoet, Maar