periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
21-10-1935
VG-pagina:
1280
De wijn op tafel en het glas er naast. De gele rozen in het blauw verglaasd BIoemvaasje laten stil hun ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
21-10-1936
VG-pagina:
1296
Wanneer de pastor in zijn preek Zegt: broeders, wij zijn allen zondigI Erkent men dit terstond volmondig En wordt van ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
22-10-1936
VG-pagina:
1312
O wemelende moederschoot, Vruchtwater, waarin God besloot In den beginne al wat sliep En wakker werd toen Hij het riep; ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
27-9-1927
VG-pagina:
1281
Kalm verdeinen de motieven Van den statig stillen dans. Gracieus gaan de gelieven Door den klaren avondglans. Na 't adieu ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
28-10-1936
VG-pagina:
1297
Hij Ioopt door 't huis en opent alle deuren, Bekommert zich niet veel om mijn gezag, Komt heel nieuwsgierig de ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
6-1-1931
VG-pagina:
1282
Er komt een dag, waarin hij alles voelt Veranderen, zijn jeugd is weggeweken Hij reist alleen door onbekende streken En ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
30-10-1936
VG-pagina:
1298
Ik heb mijn rijk nog nooit zoo goed gekend Dan nu 'k als burger door het land kan reizen En ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
11-1-1932
VG-pagina:
1283
Ook dit moet zijn: het eerste schuw bewegen Der zielen en het rimpelen van 't bloed, Totdat er eindelijk een ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
16-8-1936
VG-pagina:
1299
Zijn woord getuigt van anderer bekeering. Hij rookt geen sigaret, maar drinkt wel wijn. Zijn onsoliede ziel is een legeering ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
22-6-1934
VG-pagina:
1284
De gele rozen lichten langs ‘t terras. In diepe stoelen liggen zij te rusten, De zaligen, die elkaar gelukkig kusten, ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
28-8-1936
VG-pagina:
1300
Niet, dat hij hen genas, maar Ieerde dulden Het euvel waarmee God hun vIeesch bezocht, Dat zijn gebed hun opstand ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
27-9-1936
VG-pagina:
1285
Gedankt moet zijn voor veel vergeven, Want dikwijls overtreden wij, En doen of wij nog los en blij Beschikken over ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
22-8-1936
VG-pagina:
1301
Met ongeduld en blind verlangen Heeft men haar Iate komst verwacht. Een nieuwe ster beheerscht den nacht En blijft boven ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
15-10-1936
VG-pagina:
1286
Men had het mij zoo vaak voorspeld: Ik zou niet bukken voor geweld, Maar roekeloos en onbezonnen Door llefde zwak ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
22-8-1936
VG-pagina:
1302
Komt hij nabij uit 't heidensch verIeclen, VoIkslievellng en keizerskampioen, Getooid en geteekend met het blazoen Der jonge Iachende doodsgereeden? ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
5-3-1935
VG-pagina:
1287
'k Bèn niet zoo machtIoos als gij meent. Wat ik eens bezat blijft 't mijne. Alle boeken in de schrijnen ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
22-8-1936
VG-pagina:
1303
Werther is weder uit den dood verrezen. Zijn onrustoogen staan meIanchollek. Een collectant voor weduwen en weezen Benijdt zijn stem ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
14-10-1936
VG-pagina:
1270
Zij staan te zingen, en wiegen de Wet als een kind in hun armen, en de woestijn Strekt zich rondom ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
18-10-1936
VG-pagina:
1288
Havens van schoonheid, woonplaatsen der wijzen, Eenzame baaien, steden dichtbevolkt, Zonnewoestijnen, poolland zwaar onbewolkt, Hoogvlakte en diepzee, doel van jeugd ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
8-5-1931
VG-pagina:
1304
Men Iegde over twee kalkvaten een plank En heesch den Iuiden boetgezant daarop. In zijn vierkanten wortelhouten kop Waren zijn ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
20-10-1936
VG-pagina:
1271
I Ik stel mij voor, dat ik een jodenjongen Was in Egypte, en de goden zag, En koningen met den ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
21-8-1936
VG-pagina:
1289
Haar tijd is dood; en zij werd dor en vaal, Een grove rariteit, ten halve heilig En heelemaal een lastpost, ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
16/17-10-1936
VG-pagina:
1305
Hij ziet hen aan als een verloopen hond, Die nauwelijks gered is van verdrinken, En zijn gebed is haveloos, er ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
20/21-10-1936
VG-pagina:
1273
I Hij trok zoo strak den gordel om zijn lendnen, Dat deze Iangzaam 't voddig kleed doorsneed, De huid aanvrat ...
verder lezen
periode bundel:
(1927, 1931-1936)
geschreven op:
16-8-1936
VG-pagina:
1290
Zij heeft de nachtwaak bij het bedDer vreemdelinge, die gaat sterven.En zij aanvaardt de plicht tot ervenVan angst en pijn ...
verder lezen