periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
25.5.1919
VG-pagina:
369
Rustig ziet hij 't groote leven komen, Want zijn jong en argeloos gemoed Voelt de gisting nog niet van het ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920
VG-pagina:
370
Dit is een jaar van groot geluk geweest. Zijn oogen, die de wereld zacht bestaarden, Leerden het schoone flikkeren van ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
371
Wijl hij niet achtloos is voorbijgegaan Aan 't kwaad, als waardlooze onverschilligheden, Maar dapper heeft geleden en gestreden En als ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920/1921
VG-pagina:
327
Ge onthield mij zeem en zoeten geur. Dat ik niet zou verbittren, Gaaft Gij mij velerhande kleur: 'k Mag schittren ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
344
Uw gouden oogen in de grijze stad Gaven een glans aan overoude dingen. Zij kwamen ons zoo klaar en gaaf ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
0 1922
VG-pagina:
361
Hij kent de zee en haar vervaarlijk stroomen, 't Zwermen der sterke sterren door de lucht, En is zeer voor ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1921/1922
VG-pagina:
328
In stemmig bruin gekleed Sta ik recht tusschen 't breed Gedruisch der harde bladren. Zij zwatelen in 't licht Dat ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
B 1922
VG-pagina:
345
U heb ik 't eerst en meest bemind, Al dacht ik dikwijls U te haten. Gij troost mij, nu ik ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920
VG-pagina:
362
Het wonder zien de zuiveren van oogen. Het is rondom hen, en zij schrikken niet, Zij weten, 't is alleen ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
C- 1922
VG-pagina:
310
Wij weten wel, dat Gij geboren zijt, En hulploos in een kribbe ligt en schreit; En toch, wij gaan met ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1921/1922
VG-pagina:
329
Een krank en schamel hout, Het minste van het woud, Door iedren wind geslingerd, Reikte ik mijn ranken uit, Weerstaan, ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
346
I Nu worden alle harten weder jong En wrang, als 't late geuren der seringen. Er ligt melancholie in alle ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
5.1.1919
VG-pagina:
363
Het is zoo weinig, een niets te beduien Wolkje van zijig gouden haar. Lachend genomen, maar het schreien Er over, ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
C 1922
VG-pagina:
311
Gij waart van God verlaten, Toen 't donker over de aarde lag ? Maar wat kan mij dat baten: Ik ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
2.6.1913
VG-pagina:
330
Die de Moeder zijt der ongetroosten, Geen, die eenzaam is, alleenig laat, Uw gelaat verteedert voor de bloôsten, Stelt uw ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920/1921
VG-pagina:
348
Er is een geur in de wereld gekomen, Die er vroeger niet was. Zieker dan 't rieken van welke boomen ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920
VG-pagina:
364
Het leven lokt uit honderdduizend oogen, Er is een huivrig streelen in den wind. Met iedren diepen ademtocht verzwindt De ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
C 1922
VG-pagina:
312
Ik ben met U verrezen, En ken geen leed of rouw. Doods nevelende vreezen Verdampte als morgendauw. Met U was ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
GN 1915
VG-pagina:
332
Mijn zoekend zwerven werd slechts dwalen. Voor , zoeken is mijn ziel te mat. De diep-ontroerende verhalen Van liefdes land ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
22.4.1917
VG-pagina:
349
Liefde is haar nog niet genaderd. Nog vloeit er geen warm verlangen Door den stroom van haar gebed, En haar ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920
VG-pagina:
365
Hoe zou zijn wezen anders kunnen zijn? Dit land was eeuwenlang in zijn geslacht. Zijns is hun moeite en heerlijkheid ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
O 1922
VG-pagina:
313
Zij vroegen, waarom ik naar boven tuur, Daar 'k U, een stipje, zag verdwijnen, Ik dacht, Gij zoudt de wolk ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920/1921
VG-pagina:
333
Heel den avond bracht ik zoek, Kijkend naar die warme prenten Die, als eensklaps volle lente, Prijken in het perkamenten ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920
VG-pagina:
350
De weeldrigheid van werelds hooggetijden Gleed als een glimlach langs zijn kalm gemoed. Er rees geen oproer in zijn kuische ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920
VG-pagina:
366
Hij laat den wind maar waaien door zijn haren. Blootshoofds zit hij op 't steigerende paard. Hij lacht gelukkig; zijn ...
verder lezen
Aan het laden...