Categorie: Kringloop
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
9-3-1934
VG-pagina:
1202
Hij was onaanzienlijk als het koren, Een zwak gewas, van voedsel zwaar. Er langs gaand kon men ruischen hooren De ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
14-11-1934
VG-pagina:
1218
En als hij wakker lag, en 't bonzen hoorde Van hart en aadren, werd het tot een stem Die uit ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
26-9-1934
VG-pagina:
1236
Hoe heerlijk moet de hemel zijn, Als de wereld, die is gevallen, Nog zóó schoon is, dat God ons allen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
1920
VG-pagina:
1253
Het was in 't stille Nazareth. Zij waren van hun arbeid moe. Lang vielen Jezus' oogen toe. En jozef sprak ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
11-4-1934
VG-pagina:
1203
Zij zeide: O bitterheid van God verwachten, Als ons verlangen en berouw, Niets bij ons vindt dan kwade trouw En ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
4-12-1933
VG-pagina:
1219
De hoornen schreeuwden: moord! moord! moord! De flesschen kletste' als hagelslagen. En de uit hun slaap gebitsten lagen Elkaar te ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
29-7-1931
VG-pagina:
1237
Kruip door, sluip door! De zon schijnt door de wolken. Ze doet het daaglijks kindren voor. Men speelt bid alle ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
1925
VG-pagina:
1255
Lukas 4 : 29, 30 Was Hij niet met hun zonen opgegroeid? En bleven zij geen goede kameraden? Hun jeugd ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
12-4-1934
VG-pagina:
1204
Er was geen nood, er was geen zonde, Die ik niet aan u zeggen konde. En alle zorg en alle ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
7-12-1934
VG-pagina:
1220
't Is alsof de vroege lente In de dalen uit gaat spruiten. Deze zachte, deze zachte, Deze zachte klank van ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
7-2-1932
VG-pagina:
1238
Die Gij besloot te zoeken, Hij ontkomt U niet, Al kruipt hij in de hoeken van moeite en verdriet. Gij ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
12-7-1926
VG-pagina:
1256
De bergen donkerden om 't meer. Het water lag nog licht en wijd. Tusschen hun schaduws, heinde en veer, Glimpte ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
9-3-1934
VG-pagina:
1205
In dezen nacht zal God ons zegenen. De hemelen zijn een wit vervloeien. Al het geschapene moet bloeien Want God ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
16-4-1935
VG-pagina:
1221
Een land van angst lag tusschen hem en God. Hij moest lang zwerven door de donkerheden En hongeren en dorsten, ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
28-1-1932
VG-pagina:
1239
Gij hebt uw bedding diep gegraven, Smalle kristallen beek, Om versch te lesschep en te laven Wat bij u nederstreek ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
6-12-1933
VG-pagina:
1258
Hij was geen smachtende weekeling Maar een gebiedende smeekeling. Driftig riep hij den donder aan, Om andere dwarskoppen neer te ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
12-4-1934
VG-pagina:
1206
Nog rooken als beschreven in Uw boek, De altaren; Heer! men hangt ons tot een vloek In de eigen deur; ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
16-4-1935
VG-pagina:
1222
Toen hij verouderde, en een zich vermoeien, Dat eerst bekeken werd als zeldzaam kruid, Voortwoekerende groot werd en bleef groeien, ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
10-12-1933
VG-pagina:
1240
Gif hebt mij dit gegeven, Dat ik zoo lang ik leef, Met vreezen en met beven, Naar boven streef. Mijn ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
1-2-1933
VG-pagina:
1259
Iemand te minnen, dat is één Trachten te redden uit 't bestaan Van dolen en verloren gaan, Gods lusthof brengen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
11-12-1933
VG-pagina:
1207
Dit is uw schoonste jachtvermaak. De prooi moet op den jager wachten, En met zijn oog op de bonte schachten ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
21-4-1935
VG-pagina:
1223
Gij zijt maar zelden helder en vol licht Van maan en sterren, en met spiegelingen, Koele aandacht en ontzag, en ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
21-6-1934
VG-pagina:
1241
Gij hebt aan mij uw woord vervuld, Mij lang in veld en hof geduld. Dies is het goed en is ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
3-3-1925
VG-pagina:
1260
Ik weet niet, wie hem in de kram Gezet had aan den blinden muur, Wie hem ontstak, wel wie hem ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
( 1912, 1920, 1923-1926, 1931/1935)
geschreven op:
28-11-1933
VG-pagina:
1208
Des morgens, soms wel urenlang, Speelt ze in het spoelend waterbad. Dan, met een balsemgeurig blad, Wrijft men haar zacht; ...
verder lezen
verder lezen