Categorie: De Levensgift

Mag men bekennen dat men mint En zijn gevoelen, denken, daden, Uitstrooien als bevliesde zaden, En hopen, dat een gunstige ...
verder lezen

Elisabeth Barrett aan Robert Browning Ik heb u lief van hoofd tot voeten, Zoete, zoete! Ach, dat wij scheiden moeten ...
verder lezen

Liefde kent geen barmhartigheid. Zij twist met ons om 't daaglijksch brood. Zij is het die ons rauw verstoot En ...
verder lezen

Liefde verdrukt in eenzaamheid De zeer heldhaftigen van geest. De heiligsten bekoort zij 't meest Door haar gekwetste majesteit. Hoogen ...
verder lezen

Het dondert, en Gods vuur slaat in. Nu is mijn hart voorgoed gezengd. Geen regen die verkwikking brengt Aan dit ...
verder lezen

Ik riep hem, en mijn engel kwam. Hij had op mijn geroep gewacht. Hij stond gereed, en hij volbracht 't ...
verder lezen

O wonder uit den ouden tijd! De adelaar, vorst van lucht en land, Werd duif, die zaad pikt uit de ...
verder lezen

Gij gaaft den gladden gouden ring Met den zeskantigen diamant. Dit is de regenbogenbrand Gebonden in wit licht; 'k ontving ...
verder lezen

Deze mildheid, dit bewogen wezen en toch zoo gerust. Dat de deernis uwer oogen Alle opstandigheid en lust Van mijn ...
verder lezen

Zijn wil heeft over mij gestormd. Dit waardelooze klompje klei, Hij kneedde 't naar zijn makelij, En heeft mij tot ...
verder lezen

Zeus schiep zich om tot stier en zwaan En koningsadelaar, in fel Godlijk blind laaiend minnespel. Gij zijt als hemeling ...
verder lezen

Ik kus uw lippen en uw oogen, Ik kus uw haren en uw mond, Ik kus mij moede en gezond; ...
verder lezen

Ik hield mijn moe gezicht verborgen Tusschen uw wang en schouder; 'morgen Mis ik uw zachtheid en uw moed, Uw ...
verder lezen

Ik weet nu, wat ik had vermoed. Dat ieder hunkert naar zijn droom. Wij zijn niet wijs, wij zijn niet ...
verder lezen

Ik heb geen eigendommen meer. Hij roofde lijf en ziel en geest. De toekomst en wat is geweest Gaf 'k ...
verder lezen