periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
2-12-1928
VG-pagina:
1178
Hij verwelkt tusschen raam en deur In een klein vertrek. Hij geniet van bloemengeur En flarden gesprek. Hij praat gemoedelijk ...
verder lezen
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
12-4-1935
VG-pagina:
1179
Christophorus had van 's morgens vier Tot 's avonds zeven als een lastdier Door de gezwollen rivier gewaad. Nu wou ...
verder lezen
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
14-4-1935
VG-pagina:
1181
Waar is Vitellus, de wafelverkooper? Waar is Vitellus, die snelle looper? Hij danste als hij liep, en hij stond op ...
verder lezen
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
15-8-1926
VG-pagina:
1182
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
VG-pagina:
1188
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
VG-pagina:
1193
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
25-7-1926
VG-pagina:
1197
Bestuifd staan de cypressen in den hof. De wachters zijn te loom hun lans te dragen. De luie duiven kirren ...
verder lezen
periode bundel:
(1926, 1928, 1935)
geschreven op:
14-8-1926
VG-pagina:
1199
Hun oogen laaiden als een vlam, Toen zij de feestzaal binnenkwam. En, een geknakte roos, zoo teer, Zeeg aan de ...
verder lezen