Categorie: De Donkere Bloei
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
8-3-1925
VG-pagina:
578
Het voorjaar kwam zóó vroeg Met zon en luwe winden, Dat ik in een verblinde Verrukking bloemen droeg. Ik kon ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
MM 1925
VG-pagina:
596
Hij liet de sombre geilheid zijner oogen Vaag schemeren, de man belust op bloed, En onverschillig hoorde hij "t verwoed ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
613
Zij hadden hun geschonden hals gerekt, De gieren, die naar versche lijken speurden, 't Was, of zijn veege ziel hen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
tussen 29-9-1923 en 7-10-1926
VG-pagina:
632
Wat zijn de heeren hard en hoog geweest, De heerschers in uw dreigende paleizen, Die nog als rotsen uit de ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
579
Zij zeiden: blind zijn oogen En kort zijn vleugels in, Opdat hij zingen moge Tot ons gewin. Hij zal de ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
MM 1925
VG-pagina:
597
Zij ploegden uw gerekten rug En teisterden de murwe lendnen. Och God, zal dit torment nooit enden? Zal nooit de ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
24-10-1925
VG-pagina:
614
I Hij had met wee het heilig huis vervuld, En toen zijn vloeken volk en priesters bande, Bewogen de englen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
tussen 29-9-1923 en 7-10-1927
VG-pagina:
633
Hier was de woning van den armen clerc, Die bovenal Gods zoete Moeder minde, En maakte zich tot speelnoot van ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
580
De deuren waren dichtgedaan; De ramen bleekten bloembesterd ; De sneeuw blauwde onder blanke maan Toen ons de Heer geboren ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
MM 1925
VG-pagina:
598
I God, heftiglijk in toorn ontstoken, Heeft alle zonden, ooit gedaan, Vandaag uw schoudren opgelaân, En onze schuld aan U ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
617
Maar als zij staarden naar zijn mond, Welks lippen in den baard bewogen, Een bloedvlek op een gouden grond, Gleed ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
20-10-1925
VG-pagina:
634
Niet, dat men lijf en leden schond, Met pijlen trillende van woede, Maakt hem zoo glanzend en zoo moede, Maar ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
581
Hij, met zijn fonkelende oogen In 't bruine perkament gelaat, Buigt 't hoofd en houdt de knie gebogen En kust ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
MM 1925
VG-pagina:
600
In lichten wit-verwaanden nacht Heft donker zich de heuvel op. Ontledigd op den ronden top Houdt 't kruis bij leege ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
618
Hij was, verbolgen, schooner dan het beeld Der ijdelheid waarvoor de scharen bogen. Hij brandde 't netvlies der onwillige oogen, ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
tussen 29-9-1923 en 7-10-1923
VG-pagina:
635
Hij liet de kreaturen tot Uw lof Hun bonte mengeling van stemmen reien; 't Kirren van duiven en der raven ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
OW 1923
VG-pagina:
582
't Is beê, en boetedag. Verloornen en gewonden, Richten hun stil geklag Tot U; vergeef mijn zondeni O Heer, aanzie ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
MM 1925
VG-pagina:
601
Hij was het graf al uitgegaan Vóór ik Zijn dood bezoeken kon. Een zwarte leegte in de zon Gaapt de ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
619
Wij weten 't, Heer, Gij hebt geschreid, Toen Gij den welbeminden In 't graf moest vinden, Vuns van verderflijkheid. O, ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
tussen 29-9-1923 en 7-10-1923
VG-pagina:
636
O Roma, wie dorst béédlen om uw gunst, Moest zich verbitterd van uw lachen wenden. Drieste barbaren, die u durfden ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
OW 1923
VG-pagina:
583
In allen nood en bitterheid Zijt Gij nabij geweest. Nu ben ik tot de erkentenis bereid: U min ik 't ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
MM 1925
VG-pagina:
602
Ik heb Hem heel den dag gewacht, En tot mijn pooplend hart gezeid: Verdubbel uwe lijdzaamheid, Hij komt wel vóór ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
620
Toen zij hem sleurden voor den hoogen raad En raasden, dat hij niet meer leven zoude, Was 't, of zijn ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
tussen 29-9-1923 en 7-10-1923
VG-pagina:
637
De kaarsen vlammen boven Petrus' graf, Een welig bed van buigende narcissen. Kerkvorsten bidden in de hooge nissen De zegeningen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1923-1925)
geschreven op:
VG-pagina:
584
Och Heer, Dien men met specerijen En olie dient, vol zoeten geur, Voor Wien men 't licht in gloed en ...
verder lezen
verder lezen