De brieven

Brieven van overzee: uit aller heeren Landen loopen de tijdingen in: Jk werk, gezond, met lust en gewin.” „ Ik jaag nog naar mijn allerzoetst begeeren. ” Zij, die schat wonnen of hun wensch ontberen, Allen schrijven den klagenden zin:

De zwemmer

Voor Dick Hij zag mijn stijgende bewondring wel Toen, wiegelende, hij naar ‘t water schreed, En blank en onverhoeds daarin vergleed: Wolkonderschept verblindend zonnespel. Even een stilte… dan een ruischen… snel Verscheen zijn lachend hoofd; een glinstrend kleed, Viel ‘t