Categorie: Doodenboek
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
9-12-1933
VG-pagina:
1132
Zij kwam hem tegen vlak bij huis. Hij tikte vriendlijk op haar schouder, En zei, het klonk als zeegeruisch: Doe ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
5-12-1933
VG-pagina:
1133
Dit is ons laatst verlangen In onze laatste nood, Nu harten en gezangen Zijn volgestroomd met dood: O Christus, dood ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
6-12-1933
VG-pagina:
1118
Heere, zij hebben U kwaad gedaan, Van dat Gij waart geboren, Tot men U met een balk belaá n Tusschen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
27-11-1933
VG-pagina:
1119
Reeds was in haar het afscheidnemen Begonnen tusschen haar hart en het kind, Misschien zou ze in 't licht als ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
6-12-1933
VG-pagina:
1120
Hij was zoo zoet, Hij werd zoo vaak gekust. Hij was zoo zacht en koel als room. Jaloersche, zijt Gij ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
7-12-1933
VG-pagina:
1121
Zij vreesde niet voor 't mes, maar voor een hand Die als een schaduw in het glinstren kaatste, En dacht ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
13-10-1932
VG-pagina:
1122
Zij zeide: Ik dacht toen ik ging slapen: deze nacht Zal ik 't geheim in droomen zien verklaren, Maar ik ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
VG-pagina:
1123
Joh. 4:14 Haar lippen trokken witter Van 't levenswater dan van gal. O God, is het zóó bitter? Is dit ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
6-12-1933
VG-pagina:
1124
Zij wist het niet, of zij nog leed, Maar voelde zich gehaven en verslagen. Haar wangen waren week en heet ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
19-10-1932
VG-pagina:
1125
Nog dringt uw ademfluistren tot ons door, Ofschoon gij van ons hart zijt weggeborgen. Een vaag gemurmel van uw verre ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
26-10-1933
VG-pagina:
1126
Bloemen en jeugd zijn opgenomen In een wit glanzen; ons hart is ontdaan. Zij moeten tot het groote rijpen komen, ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
6-12-1933
VG-pagina:
1127
Men heeft het kindje, wit en recht, Uit 't wiegje in een kleine kist gelegd, En wit en zwart, o ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
7-12-1933
VG-pagina:
1128
De boom hield hem zijn takken voor Als treden van een trap, en, hooger Zag hij de lucht door 't ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
7/8-12-1933
VG-pagina:
1129
Angstig maakt hem het fluisterspreker, De troetelwoorden, het geduld, En oogen boordevol gevuld Met weenen, dat niet uit mag breken ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
22-12-1933
VG-pagina:
1130
Hij was een stil water in de zon. In een klein dorp was hij de bron Waarheen de jonkvrouwen togen ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1932-1933)
geschreven op:
21-12-1933
VG-pagina:
1131
Hij gonsde langs den hemel Als een bij langs het raam. Zijn vermetel lichaam Viel op Gods schemel. Werd hij ...
verder lezen
verder lezen