De Goede Herder

Hoe zwoegt Gij door den nacht?
Hebt Gij het pad verloren?
Uw schoenen en Uw vacht
Verscheurden sneeuw en doren.
Gij knakt onder Uw dracht,
Wie zal Uw vallen schoren?
Hoe zwoegt Gij door den nacht?
„Moest dan het lam verloren
Niet worden thuis gebracht ?”