Blinde harpspeler

Egyptische grafschildering

Gij, die in het licht zijt, kunt u
Kiezen, wat gij wenscht en wilt,
Want de gunst van God vergunt u
Een begeeren ongestild.

Maar in mij is alles eenzaam,
Want in deze hooge nacht,
Waardoor blauwe bliksems heenslaan,
Uitgeslingerd door de kracht

Der herinnering, bloedgebonden,
Wentlen geen planeten rond.
Maar ik kan het heil verkonden
Dat ‘k onfeilbaar tastend vond,

En mijn vingers overbrengen
Op de snaren als een lied,
Dat verbijstren kan en zengen
Wie het liefste niet verstiet.

Zie, ik lach; in mij gaat glimmen
Een vereeuwigde uchtendstond,
Want zeer teeder aan de kimmen,
Raakt de glimlach van Gods mond.