Die Gij besloot te zoeken,
Hij ontkomt U niet,
Al kruipt hij in de hoeken
van moeite en verdriet.
Gij weet hem wel te vinden
In arbeids schuur,
Waar hij zich als een linde-
Blad drukt aan de muur.
En mocht hij zich verschuilen
In liefde en plicht,
Een kever in rozentuilen
Tussen schaduw en licht,
Gij schudt hem uit de bloemen
Met tedere spot,
Tot hij U zal noemen:
Mijn Heer en mijn God!