Wie spreekt den avondzegen?
Emmaüs is nog ver.
En de Heer kwam ons niet tegen.
Boven Bethlehem staat geen ster.
Wij weten niet of Hij geboren
Is gisteren of gedood.
Wij dwalen dieper verloren
In den doolhof van nood.
Wij vluchten het nieuw vertrouwen,
Dat vol van zoeten geur
Onthutste herders en vrouwen
Droegen van deur tot deur.
Wij blijven hunkerend beiden
Den Meester en den Vrind,
Die ’t hart naar Emmaüs leiden
Zal, eer het Bethlehem vindt.
Toen, of Zijn hand ons leven
Vernielde en weer herschiep,
Zijn wij hulpeloos staan gebleven
Voor een ster en een stem die riep.
Wij mochten Hem niet aanschouwen,
Hij sprak het kort bevel:
Ga met de herders en vrouwen,
Dan vindt gij den Meester wel.
Nu door Hemzelf genomen
Volgen wij ster en stem.
Geen kan in Emmaüs komen
Dan over Bethlehem.