Die gelooft zal leven,
Maar wie heeft geloof?
Hoeveel koren is gebleven
In een gedorschte schoof?
Op den vloer van ’t leven
Liggen wij als vuil stroo.
God moge ons vergeven….
Maar neemt Hij ons zoo?
Misschien blaast de wind vrij
Een enkele aar.
Of wannend wint Hij
Een paar korrels maar.
Hij zegt, als er iets is,
Breng Ik ’t in mijn schuur.
Ach, stroo waar niets is
Gaat in het vuur.
Maar ons hart verloren
Maakt Hij stil en zegt
‘k Heb geen ledig koren
Op mijn wan gelegd.