Sluimerliedje

Pleegt gij nog onverdroten
De zoete jokkernij
Slaap lokken en verstooien?
En blijft gij waaksch en blij?

Zal dit gestadig kwellen
Van levens last en lust
U tot den droom verzeilen?
Nog lachen door uw rust?

De nacht komt neergestreken
En breidt zijn vaal gevlerk
Over uw moegekeken
Oogen en spel en werk.

Strek u gerust en sluimer,
Na dank- en smeekgebeên.
Uw adem vaart al ruimer
Door uw geloste leên.

Uw adem vaart al ruimer,
Uw hart slaat vrij en frank.
Uw aangezicht in sluimer
Is weder kalm en blank.

Hoe veilig is uw sluimer
Ver van het leven heen,
Uw adem vaart àl ruimer,
Gij zijt met God alleen.