Egoïsme

Wat is het ons of werelden vergaan
En als dun stof door ’t wijd heelal verstuiven,
Of zonnestelsels door elkander schuiven.
Wij zien, gerust, dezelfde sterren staan.

Wij voelen even de adem angstig gaan,
Als ons de pauwestaart komt overhuiven
Van een komeet, en blinkend gouden duiven,
Suizende steenen, slingren uit hun baan.

Ons eigen lot is zoo verbijstrend groot,
Dat wij maar nauwelijks naar andrer nood
En in hoogmoedig medelijden kijken.

Onvatbaar ben ‘k voor werelds lust en leed
Zoolang ‘k uw milde gouden oogen weet
Als groote stille vaste sterren prijken.