Emblemata – I Het licht

Als ’t donkert, wordt het licht ontstoken,
En langs de muren, vreemd en fel,
Rekken en krimpen duistre spoken,
En doen wat gij doet, even snel.

Gij schrikt, en denkt. het licht schenkt leven
Aan wat niet was en niet zal zijn.
Maar dit is in u klaar gebleven:
Gij zaagt van eigen staat een schijn.

Heer, stel Uw licht voor ieders oogen,
Dat elk zijn daan ziet en besomt,
En door een heilgen schrik bewogen
Zichzelf ontvlucht en tot U komt!