Misschien is er in ieder leven,
Na lang verdriet en hard gericht,
Toch nog een klein geluk gebleven
Bloemen en wolken en een licht.
Glanzende komt het tot ons zweven,
Blijft talmend aan den hemel staan,
Zoodat het hart wordt uitgedreven
Uit deze wereld weg te gaan.
Bloemen blijven zoo kort bestaan,
Wolken verijlen, en het licht
Is weggewaaid en heengedreven
En schuil gegaan in een Gezicht,
Maar Dit heeft zich klaar opgericht
En is zacht en nabij gebleven,
O hart, hoe bitter is dit leven
En liefderijk het Godsgericht.