Ik draag als schuld dit groot verdriet

Ik draag als schuld dit groot verdriet,
Dat ik u nergens weet te vinden,
Dat ik u niet genoeg beminde,
En niet tot ’t leven komen liet.

Buiten het wereldsche gebied
Verwijlt ge, en daalt soms tot de zinnen,
Die onnaspeurlijk u gewinnen.
Gij wilt bestaan en kunt het niet.

Dan voel ik weder hoe uw lange
Geruste adem mij, bevangen,
Met uw aanwezigheid verbindt.

Mijn hand wil teêr uw haar betasten
En zwaar uw schouderen belasten,
En dwaalt ter plaats waar gij verzwindt.