4/10 vroegste gedichten van Willem de Mérode
Een kruis drukt op mijn schouder; k ga gebogen!
Mijn voeten slepen en mijn handen beven.
Ik draag het kruis den langen weg door t leven
En staar vooruit, met moeden blik in doogen.
Mijn voorhoofd glimt van zweet; ik kan t niet drogen,
Daar bei mijn handen t zware kruis omgeven.
Mijn schouder pijnt, mijn droge lippen kleven.
Ik wankel
. help! Wie heeft er mededoogen?
Een hand raakt aan mijn schouder, en verdwenen
Is alle pijn en moeheid. Ik wil vragen:
Wie zijt Gij? Maar Hij gaat stil voor mij henen
En grijpt het kruis. Ik volg Hem na, verslagen
Van blijdschap
. Jezus zelf is mij verschenen,
Hij helpt mij, om het zware kruis te dragen.