Lied!

6/10 vroegste gedichten van Willem de Mérode

Wij menschen, kindren van het heden,
Juichen den toekomst tegemoet.
Wij zien naar verre en vertreden
De roos, die geurt aan onzen voet.

Ach, konden we ons als kindren geven
Aan zomerdag en zonneschijn.
Zij, lentebloemen van het leven,
Zij plukken, als er bloemen zijn.

Haast zijn wij oud, de jaren vluchten!
Tot plukken buigen wij ons neer,
Zoekend en zoekend en wij zuchten:
“Helaas, er zijn geen bloemen meer.”