Martinitoren

Rondom zijn voet een rosse schijn,
Waardoor de regendruppels stoven
En zwaar en traag daarboven
Het zwart geheim
Der stijging in de donkerten verloren
Tot waar, een vuren knop,
De lichte top
Dreef op de hooge duisternis. –
Ontzaglijk in zijn vreemde luister is
Het wezen van den nachtelijken toren