O, dit geluk bij u te zijn!

O, dit geluk bij u te zijn
En al ’t andre te vergeten.
Alleen te leven van het weten:
En ik ben de uwe en gij zijt mijn!

En geen verdriet of wensen meer;
Een vreê, waaruit men niet kan dwalen;
Een rustig hoorloos ademhalen
In zuivre keer en tegenkeer.

En oog ziet diep in anders oog
Al werelds bonte wisselingen
Vergaan in wijde lichte kringen,
Zonder dat iets ter ziel bewoog.

O, dit verzekerde gewin
Kan nimmermeer ten einde spoeden.
Het breidt zich uit, gelijk de vloeden
Van licht nemen de wereld in.

O, dit geluk bij u te zijn
En al ’t andre te vergeten,
Alleen te leven van het weten:
En ik ben de uwe en gij zijt mijn!