Regendag

5/10 vroegste gedichten van Willem de Mérode

Het regent; van de boomen ritslen neer
De droppels in het water van de gracht.
En kleine kringen komen, telkens weer;
De blaadren buigen van der dropplen vracht.

Het brugje glimt van water. Op de straat
Gaat altijd voort het droeve dropgetik.
Gebogen mannetje op klompen gaat
Starend vooruit met moeden, strakken blik.

Trek van verveling op ’t gezichtje, tuurt
Een meisje uit ’t venster. In het grauwe licht
Sombren de huizen in de oude buurt.
Het regent en de droppels vallen dicht.