Rozebottels

Moest gij u daarom zoo vermoeien
Met roekeloos en snel te bloeien,
Dat der ellenden zware tooi
En aller vreugden licht allooi
Werd afgeschud en weg zou wijken
Voor het beschaamd verheven prijken
Van Uw geduldig zwellend hart?
De purpren rozebottels gloren
Nu lust en lijden uitverkoren
In hen één zalig leven werd.