Rozen

Vandaag heb ik mijn hart aan u verloren,
Rozen, zoo rood als versch vergoten bloed.
Ik zie in u den ouden liefdegloed,
Die, nieuw, elk jaar in ieder wordt herboren.

En, o, het stille lichten der ivoren!
Dit is zoo teeder als een onvermoed
Streelen van tengre handen, en het zoet
Voelen van fluisterlippen aan onze ooren.

Ik weet wel, wat mij zoo gelukkig maakt.
Gij hebt mijn hart zoo warm en licht gemaakt,
En gaat zelfs als een licht door mijn gedachten.

O rozen, donkerder dan purpren dood,
Die, stille vlam, den doornenbosch ontschoot,
Uit dood en leven heb ik heil te wachten.