Ook deze liefde zal wel sterven,
Gelijk op aarde alles sterft,
Tusschen verliezen en verwerven
Is slechts verlangen, dat verderft:
(Dàn heeft ons al hoop begeven,
Bezinnen wij ons op den dood;
Dàn bot en bloeit het ijle leven,
En stijgt geluk uit veege nood).
O bitterheid van dit verwachten!
Den vloed na liefdes lage tij;
Het bange luistren op de zachte
Ruischingen : kwàm het naderbij? .
En de ellende van dit beven
Is de verrukking van ons leven.