Stille week

Hoe hebt Gij dag aan dag geleden
En zijt in onze plaats gegaan
Den weg der ongerechtigheden,
Om plotseling voor God te staan.

Gij hebt geen wederstand geboden,
Toen Hij U neerstiet met den voet.
Lauw druppelde in de zwarte zoden
De ronde angst van uw gemoed.

Nu volgen wij van stond tot stonde
De sporen langs uw lijdenspad:
Hier overkwam Hem de angst der zonde,
Dáár kroop Hij rond, viel neer, en bad,
En was gesterkt toen Hem de ronde
Gevangen voerde naar de stad,