Strijdbare jeugd I

Den tyrannieken wil van ’t bloed
Volvoeren vaardig mond en oogen.
En koen, als ongekerstend, togen
Tot euveldaden hand en voet.

Lustige jeugd, rebelle moed,
Door niets versaagd en ongebogen,
Veel lijden moet ons hart gedogen
Eer het Gods werken lijdzaam doet.

Nog blees het tweegevecht ontweken,
Daar alle helden in bezweken.
Wie overwint Gods liefde en smart?

Hij is zeer mild, maar vastbesloten
En glimlachend, richt Hij de schoten
Op ons grootopen kinderhart.