Jong-katholieken

We houden van barmeid en zeekapitein
En van een gulle hartige slok,
Een krachtige vloek en losse gein
Met een stem als een schorre klok.

De heiligen en Maria zijn
Niet bij ons in het publiek.
Ze mogen thuis trooten in ziekte en pijn
Want wij zijn intens katholiek.

De drank is fel en de jazz is schel,
Een gebed is gauw gezegd
En misschien bereikt het den hemel wel
Eer wij in ’t graf zijn gelegd.

Tusschen twee gebeden: een dronk, een meid;
Een gebed tusschen vloek en dans,
Zoo komen we prachtig door den tijd,
En hebben hierna nog een kans.