Liefde verdrukt in eenzaamheid
De zeer heldhaftigen van geest.
De heiligsten bekoort zij ’t meest
Door haar gekwetste majesteit.
Hoogen en lagen altezaâm,
Zij ondergraaft hun eer en huis.
Zij nagelt naakt hen aan het kruis
En maakt een scheldwoord van hun naam.
Zij minacht wie haar gierig mint,
Maar den verkwister geeft zij loon.
De bastaard wordt erkend voor zoon
En zij verstoot het echte kind.
Die haar bekoring wederstaat,
Ook als hij zinkt tot in de hel,
Redt zij ten langen leste weI,
En toont haar hemeIsche gelaat.
Ze is strenger dan een geeselknecht.
– O touw dat ziel en lichaam schendt –
Maar wordt ze aIs engel Gods herkend,
Dan heelt zij door genade en recht.