De zusters

Op kousen loopen ze over de plavuizen Hier heerscht de stilte en is het schemerachtig Altijd; de zon is voor hen veel te machtig. Zij zijn twee uitgedroogde witte muizen. Er wordt gebeld; zij staan kibblend te fluistren, Wier beurt

Liedje

Dat dit tussen ons kan zijn, Deze liefde (druppel wijn In een glas klaar water glijdend, Zich oplossende verbreidend), Deze suizelend gedempte Fluistrend ademende stem te Horen in gedachte en bloed, Dat is goed.

Het meisje

Egyptische grafschildering Zij is een nauw ontloken lotos, Maar veel hulplozer en droever. Zij is als een smalle boot, los Van de nog nabije oever. Zij is niets dan een kleine leegte In dit boordevol heelal, Want zij smachtte, maar