Categorie: De Steile Tocht
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
30-5-1926
VG-pagina:
726
Door de gekierde blinden Drijft met het luwtje zoet De geur der goede linden, Die dringt in ziel en bloed ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
OW 1925
VG-pagina:
742
Zij zag het heerschen van de stilte groot Temidden van de duizend gouden schilden Die duizend soldenieren blinkend tilden En ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
2-8-1928
VG-pagina:
759
De witte sterren breken Door duisternis en wind. Ergens begint een kind Zijn nachtgebed te smeeken, Zijn oogen dicht, en ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
24-10-1926
VG-pagina:
704
Vrijbuiter, die op 't wad gewiegd Tot wild genot uw heil ontvliegti. Hoog opgespat verblindend schuimt Sneeuwvlok, wegdwarlend in het ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
21-3-1926
VG-pagina:
727
Hoe roept Gij uit mijn dorheid en dommlende ouderdom De ranken vol van leven de drift der jeugd weerom? Bekapt, ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
SdT 1928
VG-pagina:
743
Hij boog zich en rees moede weder, En dacht: God is een wreker heet. En langs zijn natte haren kleed ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
20-5-1926
VG-pagina:
760
Zult Gij niet, nu de duisternis begint Als moeder met een kaars zijn bij een kind? Haar schaduw valt stil ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
28-6-1928
VG-pagina:
705
In glans van iriseerend blauw Dook uit het lentegroen de pauw. Toen hij mijn dwingende aandacht zag, Heesch hij zijn ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
15-7-1926
VG-pagina:
728
Verheevne, die in vuur en vlam Zoo menigmaal terneder kwam, Op bliksemenden wagen Uw knecht hebt thuis gedragen, Wij zien ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
15-4-1927
VG-pagina:
744
Hij gaat niet meer ontfermend door de straten En predikt niet in danshuis en in kroeg. Hij waarschuwde en Hij ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
6-7-1926
VG-pagina:
761
De boomen druipen nog Zwaar in den avend, De rozen ruiken nog, Hoe zeer gehavend. De bui heeft uitgebuid, De ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
VG-pagina:
708
Ik wist niet dat de nachtegaal Zijn leven door in zuivren haal De nachten reit aan nachten Door vreugdes teedre ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
15-7-1926
VG-pagina:
729
't Ooft dat door vurig zonnestreelen Vol zoetigheid gezwollen was, Zinkt van de zwakgedragen stelen En schuilt zijn blos in ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
25-5-1924
VG-pagina:
745
Maar werd een eed ook menigmaal geschonden, Wie zich tot God keerde in zijn angst en rouwen, Schoon hij niet ...
verder lezen
verder lezen
periode bundel:
(1924-1928)
geschreven op:
OW 1929
VG-pagina:
762
Er was een zacht gedruppel in de blaren Of nu de zomerregen zou beginnen. En traag gleden de schemeringen binnen ...
verder lezen
verder lezen