periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
C 1922
VG-pagina:
314
Nu vaart Uw Geest de wereld door, En blaast ons hart tot feller leven. Wij willen alles om U geven, ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
21.9.1919
VG-pagina:
334
Het zijn de woorden niet, maar 't is de geest, Die onweerstaanbaar door zijn ijle koelte Stuwt naar de sferen ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920/1921
VG-pagina:
351
Volkeren hebben zich ontzet gebogen. Ik nam hun vleesch en bloed, hun moeilijk weenen, Om aan mijn naam den donkren ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
6.7.1919
VG-pagina:
367
Hij houdt van boeken over Indianen. En zelf is hij zoo teeder van gemoed, Dat hij geen kwaad denkt en ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
O 1922
VG-pagina:
315
Wij hebben weer den harden grond geploegd, De kluiten mul gemaakt en 't zaad gestrooid. Wij hebben naar Uw wil ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
OE 1922
VG-pagina:
335
Spreek maar een woord, en 'k zal genezen, Geef mij uw hand, en 'k bén gezond. En bitterheid zal blijdschap ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
19.10.1919
VG-pagina:
352
Bij den klank der klare mandoline Zingt zijn warme stem den avond uit, De verrukkingen om ongeziene Weelden kwinklen in ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
9/10.11.1918
VG-pagina:
368
Zijn oogen waren als 't verschoten blauw Van zijde, die lang in een lade lag. Ze werden gróóter, als hij ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
C 1922
VG-pagina:
316
De laatste wagen is van 't land gewankeld Het jonge volk zat lachend boven op, Oogen en haar van late ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
336
Ik kan niet opzien, of uw licht gelaat Rijst als een zon voor mijn aandachtige oogen. En als ik mij ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
17.8.1919
VG-pagina:
353
Wij hadden door de bosschen rondgereden, Beschut voor 't valsche schitteren der zon. De motor gromde als hij een hoogte ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
317
Wil U over hen erbarmen, Die niet willen en niet weten, Breid Uw teed rste ontfarmen Over hen, die U ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
337
Een heilge, licht- op donkergoud gemaald, Zag ik u in den diepen zomeravend. De wereld leek zoo oud en zoo ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
13.5.1919
VG-pagina:
354
Le parfum du Marquis de Carabas. Zijn lange welverzorgde witte handen, Die lusteloos uit fijne kanten reikten, Met keur van ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
319
Herr, erbarme du dich meiner, Dasz mein Herz neu bliihend wende, Mein erbarmte sich noch kelner Von den Fri hlingen ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920/1921
VG-pagina:
338
'k Heb dezen dag zoo traag en fijn genoten Als kinderlipjes zuigen aan een vrucht En dan lang nagenieten met ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
13.5.1919
VG-pagina:
355
Er bloeien duizend bloemen in het bosch, Wier geuren tot één zoet parfum verglijden, Waardoor men zich om alles kan ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
05-10-1919
VG-pagina:
320
Wij riepen U tot aan den nacht. Doof bleef Uw oor voor bede en klacht. Wij ramde' Uw deur met ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
7.6.1919
VG-pagina:
339
Geldersche rozen met hun koele Ballen lichten den hemel toe. Seringen waaien paarse zoele Geurige schaduwen, gril en moe. Aan ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
356
De woestenij is geel als tijgeroogen, Brandend en trillend, of de vlammen plots Uit zullen laaien, en de winden Gods ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
12.10.1919
VG-pagina:
322
Heer, 'k waag niet tot Uw hart te gaan, En ik durf niet van verre staan. Ik wil mij wringen ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
29.6.1919
VG-pagina:
340
Zullen wij samen niet het veld in gaan En naar den waakschen zomervogel hooren, Die boven 't zachte ruischen van ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
357
Hij ligt des morgens lang in 't weeke bed, Krank van melancholie en vage pijnen. Het daglicht moet gedempt naar ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
SdT 1920/1921
VG-pagina:
324
Gij zijt het licht, laat mij de luchter zijn, De stille glorie van Uw vlam te dragen. De donkre schaduw ...
verder lezen
periode bundel:
(1913-1921)
geschreven op:
VG-pagina:
341
Nu denk ik aan het geuren van je haren, Toen 'k mijn gezicht in 't zijig goud verborg, En als ...
verder lezen